ECLI:NL:HR:2006:AX6249
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting cassatieberoep tegen beschikkingen in Antilliaanse strafzaken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 31 mei 2005. De betrokkene, geboren in 1970, had een verzoek ingediend op basis van artikel 178 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen. De Hoge Raad heeft op 30 mei 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 02225/05.
De Hoge Raad overweegt dat op grond van artikel 10, eerste lid, van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba, partijen in strafzaken geen beroep in cassatie kunnen instellen tegen beschikkingen. Dit betekent dat het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk is, omdat de wet dit expliciet uitsluit. De Hoge Raad heeft geen middelen van cassatie ontvangen namens de betrokkene, wat de ontvankelijkheid van het beroep verder onderstreept.
De beslissing van de Hoge Raad is genomen in raadkamer en is uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting. De beschikking is gegeven door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, met de raadsheren A.J.A. van Dorst en J. de Hullu. De griffier S.P. Bakker was ook aanwezig bij deze zitting. De uitspraak benadrukt de strikte regels omtrent cassatieberoepen in de context van de Nederlandse Antillen en Aruba, en bevestigt dat de Hoge Raad niet kan ingaan op cassatieberoepen tegen beschikkingen in deze rechtsgebieden.