ECLI:NL:HR:2006:AX6249

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02225/05
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitsluiting cassatieberoep tegen beschikkingen in Antilliaanse strafzaken

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 31 mei 2005. De betrokkene, geboren in 1970, had een verzoek ingediend op basis van artikel 178 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen. De Hoge Raad heeft op 30 mei 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 02225/05.

De Hoge Raad overweegt dat op grond van artikel 10, eerste lid, van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba, partijen in strafzaken geen beroep in cassatie kunnen instellen tegen beschikkingen. Dit betekent dat het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk is, omdat de wet dit expliciet uitsluit. De Hoge Raad heeft geen middelen van cassatie ontvangen namens de betrokkene, wat de ontvankelijkheid van het beroep verder onderstreept.

De beslissing van de Hoge Raad is genomen in raadkamer en is uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting. De beschikking is gegeven door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, met de raadsheren A.J.A. van Dorst en J. de Hullu. De griffier S.P. Bakker was ook aanwezig bij deze zitting. De uitspraak benadrukt de strikte regels omtrent cassatieberoepen in de context van de Nederlandse Antillen en Aruba, en bevestigt dat de Hoge Raad niet kan ingaan op cassatieberoepen tegen beschikkingen in deze rechtsgebieden.

Uitspraak

30 mei 2006
Strafkamer
nr. 02225/05 A
EW/AM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 31 mei 2005, nummer 71/2005, op een verzoek als bedoeld in art. 178 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen (SvNA) ingediend door:
[betrokkene], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, wonende op [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Art. 10, eerste lid, Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba luidt:
"Partijen kunnen in strafzaken geen beroep in cassatie instellen tegen beschikkingen."
2.2. Nu beroep in cassatie tegen beschikkingen in de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba is uitgesloten, kan de betrokkene niet in het beroep worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en J. de Hullu, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2006.