ECLI:NL:HR:2006:AX4369
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2006 uitspraak gedaan over een vordering tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht, dat op 12 oktober 2004 was gewezen. De vordering tot herziening werd ingediend door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, naar aanleiding van een persoonsverwisseling. De betrokkene, geboren in 1962, was aanvankelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor opzetheling. Echter, na onderzoek bleek dat de persoon die was veroordeeld, niet de juiste was. De regiopolitie had vastgesteld dat de betrokkene niet de dader was, maar dat een andere persoon, die zich voordeed als de betrokkene, de strafbare feiten had gepleegd. Dit leidde tot de conclusie dat de Politierechter, indien hij op de hoogte was geweest van deze feiten, de betrokkene zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad oordeelde dat er sprake was van een omstandigheid als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering, en verklaarde de vordering tot herziening gegrond. De Hoge Raad beval de opschorting van de tenuitvoerlegging van het vonnis en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling.