ECLI:NL:HR:2006:AX3087
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verlenging van ondertoezichtstelling van minderjarige kinderen; niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan belang
In deze zaak gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarige kinderen, aangevraagd door de Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht. De ouders van de kinderen, verzoekers tot cassatie, hebben in hoger beroep geprobeerd de beschikking van de kinderrechter te vernietigen, die de ondertoezichtstelling had verlengd. De kinderrechter had op 24 juni 2005 de ondertoezichtstelling verlengd tot 3 juni 2006. De ouders hebben vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de beslissing van het gerechtshof te Amsterdam, dat hun verzoek tot vernietiging had afgewezen.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de termijn van de ondertoezichtstelling inmiddels was verstreken op het moment van de uitspraak. Hierdoor hebben de ouders geen belang meer bij hun beroep, wat leidt tot de conclusie dat zij niet-ontvankelijk zijn in hun cassatieverzoek. De Hoge Raad heeft de ouders dan ook niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep, omdat de maatregel waar zij tegen in beroep gingen niet meer van toepassing was. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 30 juni 2006.