ECLI:NL:HR:2006:AX1647

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R05/159HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • H.A.M. Aaftink
  • O. de Savornin Lohman
  • F.B. Bakels
  • W.D.H. Asser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling wegens niet te goede trouw

In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, [verzoeker], op 18 maart 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Rotterdam met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft verzoeker op 17 augustus 2005 gehoord en heeft op 24 augustus 2005 het verzoek afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 22 november 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft verzoeker cassatie ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper was om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 8 september 2006 geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van verzoeker verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven.

Uitspraak

8 september 2006
Eerste Kamer
Rek.nr. R05/159HR
RM/MK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. W.P. den Hertog.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 18 maart 2005 ter griffie van de rechtbank te Rotterdam ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - zich gewend tot die rechtbank en verzocht ten aanzien van hem de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
Nadat de rechtbank [verzoeker] ter terechtzitting van 17 augustus 2005 had gehoord, heeft zij bij vonnis van 24 augustus 2005 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 22 november 2005 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 8 september 2006.