ECLI:NL:HR:2006:AW4065
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad vernietigt uitspraak Gerechtshof inzake loonbelasting en deskundigheidseis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 april 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen over het tijdvak april 2002. De belanghebbende, die bezwaar had gemaakt tegen de inhouding van een bedrag van € 3545, zag zijn bezwaar afgewezen door de Inspecteur. Hierop volgde een beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet ondubbelzinnig had vastgesteld of de belanghebbende op een bepaalde datum woonplaats in Nederland had verkregen, wat van belang is voor de toepassing van de deskundigheidseis. De Hoge Raad benadrukte dat, indien het verwijzingshof zou vaststellen dat de belanghebbende op een latere datum dan 1 augustus 1996 een arbeidsovereenkomst had, het noodzakelijk is dat hij op die datum voldeed aan de deskundigheidseis en geen woonplaats in Nederland had. Dit aspect was niet voldoende door het Hof behandeld.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van rechtsbijstand aan de belanghebbende. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de toepassing van de 30%-regeling en de bewijsregel in het kader van de loonbelasting.