ECLI:NL:HR:2006:AW3634
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsvoering en vuurwapenbezit in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1981 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Kantelberg', was in hoger beroep veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte op 11 juli 2003 aanwezig was op een locatie in Rotterdam waar een huls was aangetroffen, die waarschijnlijk afkomstig was van het vuurwapen dat hij op 11 augustus 2003 voorhanden had gehad. De verdachte voerde aan dat hij op 11 juli 2003 geen vuurwapen bezat, maar het Hof liet dit verweer in het midden, waardoor de mogelijkheid openbleef dat een ander het vuurwapen had voorhanden gehad. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet naar de eisen der wet met redenen was omkleed, omdat het Hof de juistheid van het verweer niet had weerlegd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 6 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. Het beroep werd voor het overige verworpen.