ECLI:NL:HR:2006:AW3581
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Eigen vervoer en de toepassing van de Wet goederenvervoer over de weg
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, een B.V., was eerder door de Economische Politierechter in de Rechtbank te Arnhem veroordeeld tot een geldboete van € 1.500,- voor overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Wet goederenvervoer over de weg. De verdachte stelde dat er sprake was van 'eigen vervoer' zoals bedoeld in de wet, maar het Hof had dit verweer verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de gebezigde bewijsmiddelen aantonen dat de vrachtauto met chauffeur was uitgeleend aan een transporteur en dat het vervoer voor derden geschiedde. Dit betekende dat er geen sprake was van eigen vervoer, aangezien de vrachtauto niet werd gebruikt voor het vervoer van goederen uitsluitend bestemd voor of afkomstig van de eigen onderneming van de verdachte. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof niet onjuist of onbegrijpelijk was en dat de middelen van cassatie niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de eerdere veroordeling van de verdachte.