ECLI:NL:HR:2006:AW2479
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de uitleg van de tenlastelegging inzake wederrechtelijke toe-eigening van sieraden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor verduistering van sieraden die toebehoorden aan Juwelierszaak [A]. De tenlastelegging omvatte onder andere de opzettelijke wederrechtelijke toe-eigening van een aantal specifieke sieraden, waaronder armbanden en collier(s). Het Hof had de tenlastelegging zo geïnterpreteerd dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de wederrechtelijke toe-eigening van sieraden in het algemeen, wat volgens de Hoge Raad niet in strijd was met de bewoordingen van de tenlastelegging. De Hoge Raad oordeelde dat de uitleg van het Hof niet onverenigbaar was met de tenlastelegging en dat het Hof de grondslag van de tenlastelegging niet had verlaten door de verdachte schuldig te verklaren voor de wederrechtelijke toe-eigening van 'sieraden'.