ECLI:NL:HR:2006:AW2475
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van diefstal door twee of meer verenigde personen met braak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij zich de toegang tot de woning van het slachtoffer had verschaft door middel van braak. De verdachte had samen met mededaders op 8 juni 2002 in de woning van het slachtoffer verschillende goederen, waaronder twee playstations en een DVD-speler, weggenomen. De verdediging stelde dat de verdachte geen uitvoeringshandelingen had verricht en niet had deelgenomen aan een gezamenlijk plan, en verzocht om vrijspraak.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsmiddelen, met name de verklaring van een mededader, voldoende aanwijzingen bevatten dat de verdachte wel degelijk uitvoeringshandelingen had verricht die duiden op medeplegen. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof in zijn uitspraak voldoende redenen had gegeven voor het niet aanvaarden van het standpunt van de verdediging. Het beroep in cassatie werd verworpen, omdat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad bevestigde daarmee de eerdere veroordeling van de verdachte door het Hof, dat hem een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf had opgelegd.