ECLI:NL:HR:2006:AW2094
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van verkoper voor schade door ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden bij vloerbedekking
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Deco Art Kunststofvloeren en een koper over de aansprakelijkheid van de verkoper voor schade die is ontstaan door ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden bij het leggen van vloerbedekking in de woning van de koper. De zaak begon met een dagvaarding door de koper, die de verkoper aansprakelijk stelde voor de schade die voortvloeide uit de gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank te Breda heeft in eerste aanleg de vorderingen van de koper afgewezen, waarna de koper in hoger beroep ging bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft een deskundige aangesteld om aanvullend onderzoek te verrichten en heeft uiteindelijk het vonnis van de rechtbank vernietigd, waarbij de verkoper werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de koper. De verkoper heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij werd geoordeeld dat de klachten van de verkoper niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de proceskosten aan de zijde van de koper begroot op nihil, aangezien de verkoper niet was verschenen in de cassatieprocedure. Dit arrest is gewezen op 23 juni 2006 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.