ECLI:NL:HR:2006:AV9391
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige inbezitneming van percelen ten behoeve van dijkverbetering onder de Deltawet grote rivieren
In deze zaak heeft eiser, [eiser], het waterschap Rivierenland gedagvaard voor de rechtbank te Dordrecht, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld met betrekking tot de onteigening van percelen grond ten behoeve van dijkverbeteringsplannen. De rechtbank heeft in eerdere vonnissen de schadeloosstelling vastgesteld op € 104.193,61, maar eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het waterschap heeft echter een beroep gedaan op de onbevoegdheid van het hof, stellende dat op grond van artikel 52 van de Onteigeningswet hoger beroep is uitgesloten. Het hof heeft eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, wat heeft geleid tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 mei 2006 geoordeeld dat de inbezitneming van de percelen op grond van de Deltawet grote rivieren rechtmatig was en dat de wettelijke regeling van de Deltawet, in combinatie met de Onteigeningswet, geen hoger beroep toestaat tegen de vonnissen van de rechtbank. De Hoge Raad heeft bevestigd dat de rechtsgang zonder hoger beroep bij het gerechtshof moet plaatsvinden, en dat de rechtsbescherming voldoende is gewaarborgd. Eiser heeft geen recht op hoger beroep, en de klachten die hij naar voren heeft gebracht, zijn verworpen. De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.