ECLI:NL:HR:2006:AV7389
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding tussen ex-echtelieden wegens duurzame ontwrichting van het huwelijk
In deze zaak gaat het om een geschil tussen ex-echtelieden over de echtscheiding die op verzoek van de vrouw is uitgesproken wegens duurzame ontwrichting van het huwelijk. De vrouw heeft op 11 mei 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarin zij verzocht om echtscheiding. De man heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 28 september 2004 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 maart 2005 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beschikking heeft de man beroep in cassatie ingesteld, maar de vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens artikel 81 RO geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen. De beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 14 april 2006.