ECLI:NL:HR:2006:AV7189
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van de samenloopregeling in het strafrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder door de Rechtbank te Rotterdam veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur in een afgesplitste zaak. Het Hof had op 1 december 2004, naar aanleiding van een vordering tot tenuitvoerlegging, een werkstraf van 240 uur opgelegd in plaats van de eerder opgelegde vier maanden gevangenisstraf. De verdachte stelde dat de samenloopregeling van de artikelen 57 tot en met 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing was, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet het geval was. De Hoge Raad verduidelijkte dat de beslissing over de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf niet valt onder de samenloopregeling, omdat het hier niet gaat om de oplegging van een nieuwe straf, maar om de tenuitvoerlegging van een reeds opgelegde straf. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de ingediende middelen tot cassatie konden leiden. De uitspraak van het Hof werd daarmee bevestigd.