ECLI:NL:HR:2006:AV7155
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Verwerping beroep op noodweer(exces) in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder door het Hof vrijgesproken van een primair tenlastegelegde misdrijf, maar werd wel veroordeeld voor poging tot zware mishandeling. De verdachte had een beroep gedaan op noodweer en noodweerexces, stellende dat hij zich moest verdedigen tegen een aanval met een mes door een ander, terwijl hij door het slachtoffer werd vastgegrepen. Het Hof verwierp dit beroep, omdat de lezing van de verdachte niet aannemelijk was geworden op basis van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van het slachtoffer. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld en dat de klacht van de verdachte over de beperkte toetsing van het beroep op noodweer(exces) niet op feiten was gebaseerd. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de uitspraak van het Hof, waarbij de verdachte een taakstraf van zestig uren was opgelegd en een betalingsverplichting aan de benadeelde partij was opgelegd. De zaak illustreert de strikte eisen die aan een beroep op noodweer en noodweerexces worden gesteld in het strafrecht.