ECLI:NL:HR:2006:AV6025
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vrijwaringsgeding tussen verkoper en koper van grond met betrekking tot vrijwaringsclausule en overgang van onderneming
In deze zaak gaat het om een vrijwaringsgeding dat volgt op een eerder arrest van de Hoge Raad van 21 april 2000. Het geschil betreft de uitleg van een overeengekomen vrijwaringsclausule tussen de verkoper en de koper van een stuk grond waarop een tuinbouwbedrijf werd geëxploiteerd. De Hoge Raad heeft in het verleden het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage vernietigd en het geding ter verdere behandeling verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage. Na de verwijzing heeft de eiser, [eiser], de verweerder, [verweerder], opgeroepen om te verschijnen voor het gerechtshof. In de procedure na verwijzing heeft [eiser] gevorderd dat het hof het vonnis van de kantonrechter van 27 juni 1996 zou vernietigen en de vordering van [eiser] alsnog volledig zou toewijzen. Het hof heeft in zijn arrest van 26 november 2004 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en [verweerder] veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [eiser]. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld, terwijl [verweerder] incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot verwerping van beide beroepen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep in cassatie van [eiser] en het incidentele beroep van [verweerder] verworpen. Tevens zijn de kosten van het geding in cassatie aan beide partijen opgelegd, waarbij [eiser] in de kosten van het principale beroep werd veroordeeld en [verweerder] in de kosten van het incidentele beroep.