ECLI:NL:HR:2006:AV2637

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C05/064HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van curatoren na onterecht gelegd conservatoir beslag in faillissementen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen curatoren van verschillende faillissementen en de ontvanger van de Belastingdienst, tegen de achtergrond van een vordering van de eiseres tot cassatie. De eiseres, een schuldeiser, heeft de curatoren en de ontvanger gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij schadevergoeding eiste als gevolg van een onterecht gelegd conservatoir beslag. De rechtbank heeft in een vonnis van 3 juli 2002 de vorderingen van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, maar afgewezen voor zover deze gericht waren tegen de curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V. De eiseres heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft de eiseres cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 april 2006 geoordeeld dat de eiseres niet-ontvankelijk is in haar beroep voor zover dit gericht is tegen de curatoren in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseres niet gegrond verklaard en het beroep verworpen. Tevens is de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de aansprakelijkheid van curatoren en de ontvankelijkheid van cassatieberoepen.

Uitspraak

21 april 2006
Eerste Kamer
Nr. C05/064HR
JMH/RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K.J. Nijman,
t e g e n
1. Mrs. Hendrik Thomas BOUMA en Jurjen Hessel LEMSTRA, beiden in hun hoedanigheid van curator in de faillissementen van:
- JUNO B.V.,
- JUNO PROPERTIES XV B.V.,
- HOTELEXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ NAALDWIJK B.BV.,
- JUNO DEVELOPMENTS B.V.,
- JUNO PROPERTIES XVII B.V.,
- JUNO DEVELOPMENTS INTERNATIONAL B.V.,
beiden wonende te 's-Gravenhage,
2. DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/GROTE ONDERNEMINGEN 's-GRAVENHAGE,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. M.J. Schenck.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploten van 21 februari 2001 en 8 maart 2001 verweerders in cassatie - verder te noemen: de curatoren en de Ontvanger, dan wel gezamenlijk: de curatoren c.s. - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de curatoren c.s., des dat de een van hen betalende de anderen zullen zijn bevrijd, te veroordelen om aan [eiseres] te betalen:
1. een bedrag van ƒ 189.617,91;
2. de wettelijke rente over het in sub 1 genoemde bedrag vanaf 18 januari 1993 tot 1 december 2000 ten bedrage van ƒ 112.622,24;
3. de wettelijke rente over het in sub 1 genoemde bedrag vanaf 1 december 2000 tot aan de dag der voldoening;
4. de gemaakte buitengerechtelijke kosten op grond van art. 6:92 lid 2 BW, in goede justitie door de rechtbank te bepalen, en
5. de curatoren c.s. te veroordelen in de kosten van dit geding.
De curatoren c.s. hebben de vorderingen bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 3 juli 2002:
- de vorderingen afgewezen, voor zover deze zijn gericht tegen de curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V.;
- de curatoren c.s., met uitzondering van de curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V., des dat één van hen dan wel Juno Properties V B.V. betalende de anderen zullen zijn gekweten, veroordeeld aan [eiseres] een bedrag van € 62.363,67 (ƒ 99.388,-- + ƒ 38.043,44) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 1993 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de curatoren, met uitzondering van de curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V., veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van [eiseres];
- dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen het vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Daarbij heeft zij gevorderd dat de curatoren c.s. alsnog worden veroordeeld tot betaling van € 23.681,19, te vermeerderen met de contractuele rente over de afzonderlijke huurtermijnen vanaf de vervaldata tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van hen in de gemaakte buitengerechtelijke kosten en in de kosten van beide instanties.
Bij arrest van 23 november 2004 heeft het hof het vonnis van de rechtbank waarvan beroep bekrachtigd en [eiseres] in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van de curatoren c.s. veroordeeld.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curatoren c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt (i) tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep voor zover dit zich richt tegen de curatoren in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V. en (ii) tot verwerping van het beroep.
3.1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep voorzover het is gericht tegen de curatoren in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V.
Nu [eiseres] de curatoren in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V. niet in het hoger beroep heeft betrokken en het hof zijn arrest dan ook niet mede heeft gewezen tegen de curatoren in die hoedanigheid, dient [eiseres] niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep voorzover dit gericht is tegen de curatoren in meergemelde hoedanigheid.
3.2 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in zijn beroep voorzover dit is gericht tegen de curatoren in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V.
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curatoren c.s. begroot op € 816,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren R. Herrmann, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 21 april 2006.