ECLI:NL:HR:2006:AV2637
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- R. Herrmann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van curatoren na onterecht gelegd conservatoir beslag in faillissementen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen curatoren van verschillende faillissementen en de ontvanger van de Belastingdienst, tegen de achtergrond van een vordering van de eiseres tot cassatie. De eiseres, een schuldeiser, heeft de curatoren en de ontvanger gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij schadevergoeding eiste als gevolg van een onterecht gelegd conservatoir beslag. De rechtbank heeft in een vonnis van 3 juli 2002 de vorderingen van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, maar afgewezen voor zover deze gericht waren tegen de curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V. De eiseres heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft de eiseres cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 april 2006 geoordeeld dat de eiseres niet-ontvankelijk is in haar beroep voor zover dit gericht is tegen de curatoren in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Juno Properties XVII B.V. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseres niet gegrond verklaard en het beroep verworpen. Tevens is de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de aansprakelijkheid van curatoren en de ontvankelijkheid van cassatieberoepen.