ECLI:NL:HR:2006:AV2340

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 mei 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/160HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een koopovereenkomst tussen eigenaren van onroerend goed en vastgoedonderneming

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen de eigenaren van onroerend goed en een vastgoedonderneming, waarbij de vraag centraal staat of er een (perfecte) koopovereenkomst tot stand is gekomen. Dit geschil is ontstaan door de tussenkomst van de beheerder van het onroerend goed en de makelaar van de vastgoedonderneming. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere tussenarrest van 11 maart 2005, waarin het beroep van de vastgoedonderneming op niet-ontvankelijkheid werd verworpen. De partijen hebben hun standpunten toegelicht via hun advocaten, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de eisers heeft hierop gereageerd. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

12 mei 2006
Eerste Kamer
Nr. C04/160HR
RM/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2], echtelieden,
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven,
t e g e n
MEGA VASTGOED B.V.,
gevestigd te Hengelo,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E. Gelpke.
1. Het verloop van het geding
De Hoge Raad verwijst voor het verloop van dit geding tussen eisers tot cassatie - verder te noemen: [eiser] c.s. - en verweerster in cassatie - verder te noemen: Mega - naar zijn tussenarrest van 11 maart 2005, nr. C04/160, NJ 2005, 224.
Bij dat arrest heeft de Hoge Raad het door Mega ingestelde beroep op niet-ontvankelijkheid verworpen en de zaak naar de rol verwezen van 25 maart 2005 ter bepaling van de datum voor de schriftelijke toelichting.
Partijen hebben de zaak doen toelichten door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 3 maart 2006 op die conclusie gereageerd.
2. Beoordeling va het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Mega begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 12 mei 2006.