ECLI:NL:HR:2006:AV1701
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Kantonrechter inzake snelheidsovertreding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2006 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter in Rotterdam. De aanvraagster was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 784,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 8 maanden wegens een snelheidsovertreding. De aanvraagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.J. Baumgardt, stelde dat zij niet de bestuurder was van de auto ten tijde van de overtreding. Ter ondersteuning van haar aanvraag werd een verklaring overgelegd van [betrokkene 1], die aangaf dat hij de overtreding had begaan en dat de aanvraagster niet betrokken was bij het voorval.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage tot herziening gegrond was, omdat er nieuwe feiten waren die de eerdere veroordeling in twijfel trokken. De verklaring van [betrokkene 1] en de discrepantie in handtekeningen op de antwoordkaart gaven aanleiding om te veronderstellen dat de Kantonrechter, indien hij op de hoogte was geweest van deze feiten, de aanvraagster zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad heeft daarom de tenuitvoerlegging van het vonnis geschorst en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van nieuwe feiten in herzieningsprocedures en de mogelijkheid om eerdere veroordelingen te herzien wanneer er substantiële twijfels zijn over de juistheid van de uitspraak. Dit arrest is een belangrijke bevestiging van de rechtsbescherming van individuen in het strafrecht, vooral in gevallen waar onterecht een veroordeling heeft plaatsgevonden.