ECLI:NL:HR:2006:AV1574
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen buren over de status van een weg op de grens van percelen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen buren over de status van een weg die gedeeltelijk over het erf van de ene buur loopt. De eiser, wonende te [woonplaats], is door de verweerder, wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de rechtbank te Zutphen. De verweerder vorderde dat de eiser binnen acht dagen na betekening van het vonnis een hek zou verwijderen dat hij op de grens van hun percelen had geplaatst. De rechtbank heeft in een tussenvonnis een descente gelast en in een later vonnis de vordering van de verweerder toegewezen, maar de dwangsom gematigd. De eiser heeft tegen deze vonnissen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat de vonnissen heeft bekrachtigd. Hierna heeft de eiser cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de proceskosten veroordeeld. De zaak bevatte ook een incident met betrekking tot processtukken, waarbij een ongetekende akte niet tot de gedingstukken bleek te behoren. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft gedaan. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.