ECLI:NL:HR:2006:AV0394
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rioolrecht en gelijkheidsbeginsel in de gemeente Grootegast
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 10 februari 2003 een beroep van belanghebbende ongegrond verklaarde. De zaak betreft aanslagen in het rioolrecht van de gemeente Grootegast voor het jaar 2000, waarbij aan belanghebbende aanslagen zijn opgelegd voor 1069 op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendommen, met een totaalbedrag van ƒ 327.755,40. Na bezwaar tegen deze aanslagen heeft de heffingsambtenaar de aanslagen gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof oordeelde dat de aanslagen in overeenstemming waren met de Verordening rioolrecht 1997 van de gemeente Grootegast en verklaarde het beroep ongegrond.
Belanghebbende stelde dat de heffingsambtenaar in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld door 596 eigendommen in het buitengebied niet in de heffing van het rioolrecht te betrekken. Het Hof oordeelde dat de eigendommen in het buitengebied en die van belanghebbende geen gelijke gevallen zijn, omdat de eigendommen in het buitengebied niet direct zijn aangesloten op het buizenstelsel van de gemeentelijke riolering. Het eerste middel van belanghebbende, dat betoogde dat het Hof ten onrechte het beroep op het gelijkheidsbeginsel had verworpen, faalde. De Hoge Raad oordeelde dat het beleid van de heffingsambtenaar, dat berustte op de opvatting dat de eigendommen in het buitengebied niet in de heffing konden worden betrokken, niet tot cassatie leidde. Dit beleid was gericht op een specifieke groep belastingplichtigen en kon niet worden toegepast op belanghebbende, die wel was aangesloten op het buizenstelsel.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en werd openbaar uitgesproken op 27 januari 2006.