ECLI:NL:HR:2006:AV0049

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C05/045HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en de vernietigbaarheid van een bindend advies

In deze zaak gaat het om een geschil over de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst die strekt tot een bindend advies, alsook over de vernietigbaarheid van dat bindend advies. De zaak is ontstaan toen [betrokkene 1] op 15 maart 1996 de rechtsvoorgangster van de verweerster in cassatie, Groenteveiling Westland, gedagvaard heeft. [Betrokkene 1] vorderde onder andere een verklaring voor recht dat Groenteveiling Westland onrechtmatig heeft gehandeld door andere leden toe te laten tomaten te veilen onder het merk "Prominent" en hem te verbieden dit te doen. De rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde [betrokkene 1] bij vonnis van 12 maart 1997 niet-ontvankelijk in zijn vordering. Hierop heeft [betrokkene 1] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Groenteveiling Westland heeft in de tussentijd een juridische fusie ondergaan en is opgegaan in Coöperatie Voedings Tuinbouw Nederland U.A. (VTN). Het hof heeft in een eindarrest van 14 oktober 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen zowel het tussenarrest als het eindarrest hebben de eisers tot cassatie, als erfgenamen van [betrokkene 1], beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep voor zover dit gericht was tegen het tussenarrest, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

De Hoge Raad heeft het beroep uiteindelijk verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen op 14 april 2006.

Uitspraak

14 april 2006
Eerste Kamer
Nr. C05/045HR
RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1], voor zich en als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kinderen,
2. [Eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
COÖPERATIE VOEDINGS TUINBOUW NEDERLAND U.A., door fusie rechtsopvolgster van de coöperatieve Groenteveiling Westland B.A.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. G. Snijders.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Betrokkene 1] - verder te noemen: [betrokkene 1] - heeft bij exploot van 15 maart 1996 de rechtsvoorgangster van thans verweerster in cassatie - verder te noemen: Groenteveiling Westland - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd, kort gezegd:
a. te verklaren voor recht dat Groenteveiling Westland met haar gewraakte handelwijze jegens [betrokkene 1] onrechtmatig en/of in strijd met de redelijkheid en billijkheid en/of met de wet, statuten en reglementen heeft gehandeld door andere leden dan [betrokkene 1] toe te laten tomaten te veilen onder merk "Prominent" en/of [betrokkene 1] te verbieden tomaten te veilen onder merk "Prominent";
b. Groenteveiling Westland te veroordelen tot vergoeding van schade, op te maken bij staat, en tot betaling van een voorschot daarop van ƒ 25.000,-- en
c. Groenteveiling Westland te verbieden haar gewraakte handelwijze voort te zetten.
Groenteveiling Westland heeft primair de niet-ontvankelijkheid van [betrokkene 1] ingeroepen, zulks met een beroep op art. 34 van haar statuten, en subsidiair verweer gevoerd.
De rechtbank heeft bij vonnis van 12 maart 1997 [betrokkene 1] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
Tegen dit vonnis heeft [betrokkene 1] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Groenteveiling Westland is bij notariële akte van 25 oktober 1996 met een aantal andere coöperaties een juridische fusie op de voet van art. 2:309 e.v. BW aangegaan, waarbij deze coöperaties als de verdwijnende rechtspersonen optraden en de bij de fusie opgerichte nieuwe coöperatie, Coöperatie Verenigde Tuinbouwveiling Nederland U.A., de verkrijgende rechtspersoon was. De naam van laatstgenoemde is vervolgens bij notariële akte van 5 februari 1997 in Coöperatie Voedings Tuinbouw Nederland U.A. (hierna: VTN) gewijzigd.
VTN heeft bij memorie van antwoord de grieven bestreden.
Na een tussenarrest van 29 januari 2004, heeft het hof bij eindarrest van 14 oktober 2004 het vonnis van de rechtbank van 12 maart 1997 bekrachtigd.
Beide arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen zowel het tussenarrest als het eindarrest van het hof hebben thans eisers tot cassatie als erfgenamen van [betrokkene 1], die hangende het hoger beroep is overleden - verder eveneens in enkelvoud aan te duiden als: [eiser] - beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
VTN heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor VTN mede door mr. K. Teuben, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep, voor zover dit is gericht tegen het tussenarrest van 29 januari 2004, en tot verwerping van zijn beroep voor het overige.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 1 februari 2006 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van VTN begroot op € 463,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 14 april 2006.