ECLI:NL:HR:2006:AU9716

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/311HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en gevolgen van ontslagneming door de statutair directeur van een besloten vennootschap

In deze zaak gaat het om een geschil over de gevolgen van ontslagneming door de statutair directeur van NH Corporate Training B.V. De eiser, die als directeur werkzaam was, heeft NH Corporate op 18 februari 2004 in kort geding gedagvaard. Hij vorderde onder andere betaling van zijn salaris over de periode van 1 december 2003 tot en met 31 januari 2004, alsook een wettelijke verhoging en een maandelijkse salarisbetaling vanaf 1 februari 2004. Daarnaast vorderde hij dat NH Corporate hem in de gelegenheid zou stellen zijn werkzaamheden als general manager te verrichten, met een dwangsom voor het geval NH Corporate hier niet aan zou voldoen.

NH Corporate heeft de vorderingen bestreden en in reconventie gevorderd dat de eiser de aan hem ter beschikking gestelde lease-auto, laptop en mobiele telefoon zou teruggeven, ook onder dreiging van een dwangsom. De voorzieningenrechter heeft op 16 maart 2004 in conventie NH Corporate veroordeeld tot betaling van het salaris en de wettelijke verhoging, en in reconventie de eiser veroordeeld tot teruggave van de lease-auto en laptop.

NH Corporate heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat op 10 augustus 2004 het vonnis van de voorzieningenrechter heeft vernietigd en NH Corporate opnieuw heeft veroordeeld tot betaling van het salaris, maar met een gewijzigde ingangsdatum. De eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft op 3 februari 2006 het beroep in cassatie verworpen, waarbij de klachten van de eiser niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van NH Corporate begroot op nihil.

Uitspraak

3 februari 2006
Eerste Kamer
Nr. C04/311HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
NH CORPORATE TRAINING B.V.,
gevestigd te Tilburg,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - heeft bij exploot van 18 februari 2004 verweerster in cassatie - verder te noemen: NH Corporate - in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank te Breda en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. NH Corporate te veroordelen om aan [eiser] te voldoen het salaris over de periode 1 december 2003 tot en met 31 januari 2004, zijnde het bedrag van € 15.968,42 bruto;
2. NH Corporate te veroordelen om aan [eiser] te voldoen de wettelijke verhoging op grond van art. 7:625 BW, zijnde een bedrag van € 7.984,26 bruto, althans enig bedrag dat de voorzieningenrechter op grond van art. 7:625 BW zal vermenen te behoren;
3. NH Corporate te veroordelen om aan [eiser] maandelijks te voldoen het salaris van € 7.984,26 bruto, te vermeerderen met vakantietoeslag 8%, ingaande 1 februari 2004 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
4. NH Corporate te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis [eiser] in de gelegenheid te stellen om de door hem bedongen arbeid als general manager te Amsterdam te verrichten, met uitzondering van diens statutaire taken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat zij hiermede in gebreke blijft;
5. NH Corporate te veroordelen in de kosten van dit geding.
NH Corporate heeft de vorderingen bestreden en in reconventie - na vermeerdering van eis - gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser] te veroordelen om aan NH Corporate af en terug te geven de hem door haar ter beschikking gestelde lease-auto met sleutels, kentekenbewijzen en tankpas, laptop computer en mobiele telefoon, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- per dag dat hij in gebreke mocht zijn aan te dezen te geven veroordeling te voldoen.
[Eiser] heeft de vordering in reconventie bestreden.
De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 16 maart 2004
in conventie:
- NH Corporate veroordeeld tot betaling aan [eiser] van € 15.968,42 bruto, ter zake van loon over de periode van 1 december 2003 tot en met 31 januari 2004, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 10%;
- NH Corporate veroordeeld tot betaling aan [eiser] van het loon van € 7.984,26 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, ingaande 1 februari 2004 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, telkens vanaf het moment van opeisbaarheid daarvan;
- dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
in reconventie:
- [eiser] veroordeeld om aan NH Corporate af en terug te geven de hem door haar ter beschikking gestelde laptop computer en de tankpas ten name van N.H. Corporate;
- bepaald dat [eiser] een dwangsom verbeurt van € 50,-- per dag dat hij in gebreke blijft aan voormelde veroordeling te voldoen, met de bepaling dat aan dwangsommen maximaal € 10.000,-- kan worden verbeurd;
- dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
in conventie en in reconventie:
- de kosten van het geding aldus gecompenseerd dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- het meer of anders gevorderde geweigerd.
Tegen het in conventie en in reconventie tussen partijen gewezen vonnis heeft NH Corporate hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 10 augustus 2004 heeft het hof het tussen partijen gewezen vonnis van de voorzieningenrechter, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigd en, opnieuw rechtdoende, NH Corporate veroordeeld tot betaling aan [eiser] van het loon van € 7.984,26 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, ingaande 20 december 2003 tot en met februari 2004, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 10% daarover, dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep tussen partijen gecompenseerd, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen NH Corporate is verstek verleend.
[Eiser] heeft de zaak doen toelichten door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten zijn gebaseerd op een rechtsopvatting die de Hoge Raad inmiddels in zijn arrest van 15 april 2005, nr. R05/001, NJ 2005, 483, heeft verworpen. Ook overigens kunnen de klachten niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van NH Corporate begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 februari 2006.