ECLI:NL:HR:2006:AU9524
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en procesorde
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 november 2004, betreffende een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992. De belanghebbende had aanvankelijk een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar inkomen van ƒ 7882, maar later werd een navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 127.815, met een verhoging van de nagevorderde belasting van honderd procent. Na bezwaar tegen deze navorderingsaanslag, handhaafde de Inspecteur zijn beslissing. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur voor wat betreft de verhoging en schold deze kwijt tot een bedrag van € 13.276.
Belanghebbende ging in cassatie tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat de procesorde niet correct was nageleefd. De griffier van het Hof had belanghebbende niet in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de omstandigheid dat de vereiste aangifte niet was gedaan, terwijl de Inspecteur zich hier niet op had beroepen. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet aan de wettelijke eisen voldeed. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelastte tevens dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende vergoedt en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt het belang van de beginselen van een goede procesorde, met name het verdedigingsbeginsel, in belastingzaken.