ECLI:NL:HR:2006:AU9114
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Bewaring ten behoeve van rechthebbende bij inbeslaggenomen voorwerpen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was in hoger beroep vrijgesproken van een primair tenlastegelegde straf, maar was wel veroordeeld voor opzetheling, meermalen gepleegd, en kreeg een taakstraf opgelegd. De zaak betrof de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen, waarbij het Hof had beslist dat deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende moesten worden bewaard. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de verdachte niet als rechthebbende kon worden aangemerkt, ondanks zijn verweer dat hij eigenaar was van de in beslag genomen goederen. De Hoge Raad vernietigde de beslissing van het Hof, maar wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbeoordeling van de bewaring van de voorwerpen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering door de rechter bij beslissingen over de bewaring van inbeslaggenomen goederen, vooral wanneer de verdachte aanspraak maakt op eigendom.