ECLI:NL:HR:2006:AU8179

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C05/060HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • P.C. Kop
  • F.B. Bakels
  • W.D.H. Asser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot tenuitvoerlegging van Duitse kinderalimentatiebeslissing

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Duitse moeder van een minderjarig kind en de Nederlandse vader over de betaling van kinderalimentatie. De vraag die centraal staat is of onder de EEX-Verordening verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland kan worden verleend op een door een Duitse rechter bij verstek uitgesproken kinderalimentatiebeslissing. De man, eiser tot cassatie, heeft op 26 maart 2004 de vrouw, verweerster in cassatie, gedagvaard voor de rechtbank te Almelo. Hij vorderde de vernietiging van de beslissing waarbij verlof was verleend tot tenuitvoerlegging van de uitspraak van het Amtsgericht Hamburg Wandsbek van 1 april 2003, en veroordeling van de vrouw in de kosten van het exequatur en deze procedure.

De vrouw heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank, na een comparitie van partijen, bij eindvonnis van 18 augustus 2004 de vordering van de man heeft afgewezen. Tegen dit vonnis heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De vrouw heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en er was geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 10 maart 2006.

Uitspraak

3 maart 2006
Eerste Kamer
Nr. C05/060HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw], zowel voor zich al in haar hoedanigheid van moeder en de met de verzorging belaste ouder van [de dochter],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai.
1. Het geding in feitelijke instantie
Eiser tot cassatie - verder te noemen: de man - heeft bij exploot van 26 maart 2004 verweerster in cassatie - verder te noemen: de vrouw - gedagvaard voor de rechtbank te Almelo en gevorderd bij vonnis, voor zover uitvoerbaar bij voorraad, de beslissing waarbij verlof is verleend tot tenuitvoerlegging van de uitspraak van het Amtsgericht Hamburg Wandsbek van 1 april 2003 te vernietigen en de vrouw te veroordelen in de kosten van het exequatur en van deze procedure.
De vrouw heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na een bij tussenvonnis van 2 juni 2004 bevolen comparitie van partijen, bij eindvonnis van 18 augustus 2004 de vordering afgewezen.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 10 maart 2006.