ECLI:NL:HR:2006:AU7465
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Geschil over indeplaatsstelling in huurovereenkomst tankstation tussen oliemaatschappij en exploitant
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een oliemaatschappij, Esso Nederland B.V., en de exploitant van een tankstation, [eiser] c.s., over de indeplaatsstelling van [betrokkene 1] als huurder van het tankstation. De eisers tot cassatie hebben Esso gedagvaard voor de kantonrechter te Apeldoorn en verzocht om machtiging tot indeplaatsstelling. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, waarna de eisers in hoger beroep zijn gegaan. Het gerechtshof heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd, wat heeft geleid tot cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van [eiseres 2] in het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat zij geen partij is bij de exploitatieovereenkomst, waardoor zij niet-ontvankelijk is verklaard. De Hoge Raad heeft verder het beroep van [eiser] c.s. verworpen en geoordeeld dat de belangenafweging die het hof heeft gemaakt, waarbij het belang van Esso om het tankstation onder te brengen in haar eigen organisatie doorslaggevend was, niet onbegrijpelijk is. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van Esso begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 27 januari 2006, waarbij de vice-president en de raadsheren de zaak hebben beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De zaak is van belang voor de interpretatie van art. 7A:1635 (oud) BW en de belangenafweging bij indeplaatsstelling in huurovereenkomsten.