ECLI:NL:HR:2006:AU6935
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over eigendom en afgifte van een Rolls Royce tussen curator en eiser
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een curator, Uilke Evert Bakker, en eiser over de eigendom en afgifte van een Rolls Royce. De curator heeft de eiser gedagvaard voor de rechtbank te Leeuwarden, waarbij hij primair vorderde dat de eiser de Rolls Royce zou afgeven aan de curator, en subsidiair een schadevergoeding van ƒ 45.000,--. De eiser heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat er een koopovereenkomst was gesloten voor een motorjacht, waarvoor de Rolls Royce als aanbetaling was gegeven.
De rechtbank heeft de eiser toegelaten tot bewijs van zijn stelling, maar heeft in het eindvonnis van 6 augustus 2003 geoordeeld dat de eiser niet in dat bewijs is geslaagd. De rechtbank heeft de subsidiaire vordering van de curator toegewezen en de vordering in reconventie afgewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat de vonnissen heeft bekrachtigd.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof in strijd met artikel 24 Rv. de feitelijke grondslag van de vordering van de curator heeft aangevuld met een argument dat niet door de curator was aangevoerd. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De kosten van het geding in cassatie worden gereserveerd.