ECLI:NL:HR:2006:AU6526
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor en deskundigenbericht tegen de Staat
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, wonende te [woonplaats], op 2 oktober 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage, sector kanton. Hij verzocht om een voorlopig getuigenverhoor en een voorlopig deskundigenbericht tegen de Staat der Nederlanden, met als doel vast te stellen wat er tijdens een strafzaak in een terechtzitting is voorgevallen. De Staat heeft dit verzoek bestreden. De kantonrechter heeft op 19 februari 2004 het verzoek afgewezen. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 18 november 2004 de beschikking van de kantonrechter heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoeker cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het cassatierekest in behandeling genomen en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 27 januari 2006 het beroep verworpen en verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 336,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en is in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.