ECLI:NL:HR:2006:AU6253
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Grondslagverlating bij wijziging tenlastelegging in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was veroordeeld voor diefstal, waarbij de tenlastelegging was gewijzigd. De Hoge Raad had eerder de zaak naar het Hof verwezen met de opdracht om het onderzoek opnieuw te starten op basis van de inleidende dagvaarding. Echter, het Hof heeft de beraadslaging gebaseerd op een gewijzigde tenlastelegging die tijdens de terechtzitting in hoger beroep was vastgesteld. Dit leidde tot de vraag of het Hof de grondslag van de tenlastelegging had verlaten.
De Hoge Raad oordeelde dat de wijziging van de tenlastelegging, waarbij de naam 'Vechteinlaan' was vervangen door 'Vechtensteinlaan', in wezen een correctie betrof van een kennelijke verschrijving. De Hoge Raad benadrukte dat voor de toelating van een dergelijke correctie vereist is dat de verdachte niet in zijn rechten wordt geschaad. In dit geval was er geen bewijs dat de verdachte in zijn belangen was geschaad, aangezien hij duidelijk was over de beschuldigingen tegen hem.
De Hoge Raad concludeerde dat, hoewel het Hof de grondslag van de tenlastelegging had verlaten, dit niet tot cassatie leidde. De middelen van cassatie werden verworpen, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen reden was om de bestreden uitspraak te vernietigen. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de verwerping van het beroep en de beslissing van het Hof te 's-Gravenhage bleef in stand.