ECLI:NL:HR:2006:AU6090

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/292HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over uitvoering overeenkomst tot collectief vraagafhankelijk vervoer van gehandicapten en senioren

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Gemeente Eindhoven en CombiNet Personenvervoer B.V. over de uitvoering van een overeenkomst voor collectief vraagafhankelijk vervoer van gehandicapten en senioren. CombiNet heeft de Gemeente gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld die betrekking hebben op het niet verstrekken van juiste gegevens door de Gemeente en het bieden van een onterecht keuzemogelijkheid aan bepaalde doelgroepen. De rechtbank heeft de vorderingen van CombiNet afgewezen, waarna CombiNet in hoger beroep is gegaan bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 22 juni 2004 het vonnis van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat de Gemeente verwijtbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen. De Gemeente is veroordeeld tot schadevergoeding aan CombiNet.

Tegen het arrest van het hof heeft de Gemeente cassatie ingesteld, terwijl CombiNet incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van beide cassatieberoepen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 27 januari 2006 het principale beroep van de Gemeente verworpen en de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Ook het incidentele beroep van CombiNet is verworpen, waarbij CombiNet eveneens in de kosten is veroordeeld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat verdere motivering nodig is, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

27 januari 2006
Eerste Kamer
Nr. C04/292HR
RM/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
GEMEENTE EINDHOVEN,
gevestigd te Eindhoven,
EISERES tot cassatie,
verweerster in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. D. Stoutjesdijk,
t e g e n
COMBINET PERSONENVERVOER B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
eiseres in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: CombiNet - heeft bij exploot van 31 augustus 2000 eiseres tot cassatie - verder te noemen: de Gemeente - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat het door de Gemeente aan CombiNet niet verstrekken van de juiste gegevens en/of door het alsnog in afwijking van het bestek aan personen van de doelgroep geven van een keuzevrijheid jegens CombiNet een onrechtmatige daad oplevert en/of dat de Gemeente daardoor verwijtbaar is tekortgeschoten in de op haar rustende verplichting uit hoofde van de met CombiNet gesloten overeenkomst;
- te verklaren voor recht dat CombiNet aan derden/reisgenoten/medisch niet-noodzakelijke begeleiders van een ingevolge de Wet voorzieningen gehandicapten gerechtigde (hierna: WVG-gerechtigde) naast de reizigersbijdrage ook de anders (in het geval van een WVG-er) door de Gemeente te betalen aanvullende WVG-vergoeding in rekening mag brengen;
- de Gemeente veroordelen tot vergoeding van de door CombiNet geleden schade, welke schadevergoeding dient te worden opgemaakt bij staat en te worden vereffend volgens de wet.
De Gemeente heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 5 februari 2003 de vorderingen van CombiNet afgewezen.
Tegen dit vonnis van de rechtbank heeft CombiNet hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 22 juni 2004 heeft het hof het vonnis van de rechtbank waarvan beroep vernietigd en, opnieuw rechtdoende:
a. voor recht verklaard dat de Gemeente jegens CombiNet verwijtbaar tekort geschoten is in de nakoming van de verplichting om geen keuzemogelijkheid te bieden aan personen van de doelgroep, door die keuzemogelijkheid wel te bieden aan:
- rolstoelgebruikers;
- geestelijk gehandicapten van Eckartdal;
- WVG-ers die afhankelijk zijn van een begeleider maar niet over een begeleider beschikken;
- een aantal individuele WVG-ers, zonder dat daarvoor een deugdelijke reden aanwezig was;
b. de Gemeente veroordeeld tot vergoeding van de schade die CombiNet door deze tekortkoming heeft geleden, op te maken bij staat;
c. de Gemeente in de proceskosten aan de zijde van CombiNet in eerste aanleg en in hoger beroep;
d. dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard,
e. en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de Gemeente beroep in cassatie ingesteld. CombiNet heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor CombiNet mede door mr. R.L.M. van Opstal, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het principaal en van het incidenteel cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van CombiNet begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt CombiNet in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 januari 2006.