ECLI:NL:HR:2006:AU5706
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over partneralimentatie na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een geschil over partneralimentatie na een echtscheiding. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft op 26 februari 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage. Zij verzocht om echtscheiding en om de man, verweerder in cassatie, te veroordelen tot het betalen van € 3.650,-- per maand als bijdrage in de kosten van levensonderhoud. Daarnaast vroeg zij om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en om voorlopige voorzieningen voor de duur van het geding, waarbij de man ook het bedrag van € 3.650,-- per maand aan partneralimentatie zou moeten betalen. De man heeft geen verweerschrift ingediend en de rechtbank heeft op 15 mei 2002 het verzoek van de vrouw toegewezen en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De man heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Hij trok zijn hoger beroep tegen de echtscheiding in, maar verzocht wel om de beschikking met betrekking tot de partneralimentatie te vernietigen. Het hof heeft op 10 november 2004 de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen. De vrouw heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld, waarop de man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de vrouw verworpen, en deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 27 januari 2006.