3.3. Het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof van 9 januari 2004 houdt, voorzover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"De raadsman verklaart - zakelijk weergegeven - als volgt:
Ik heb begrepen dat de processen-verbaal van de terechtzittingen van 12 en 19 december 2003 nog niet gereed zijn. Dat is buitengewoon ongelukkig. Uw hof zal begrijpen dat het moeilijk is om uit eigen aantekeningen te moeten putten. Ook is het maar de vraag of deze aantekeningen juist zijn. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat uw hof teleologisch te werk gaat, daar de verklaringen van cliënt, zijn medeverdachten en de getuigen later in de processen-verbaal zullen worden vastgelegd.
(...)
Ter terechtzitting van 19 december 2003 was voor de verdediging niet te voorzien dat de processen-verbaal van de terechtzittingen van 12 en 19 december 2003 niet tijdig gereed zouden zijn. Met betrekking tot het op 16 januari 2004 te houden pleidooi draagt de verdediging dan geen kennis van de ter terechtzittingen in hoger beroep afgelegde verklaringen van cliënt (...) én de getuigen. (...)
Primair verzoekt de verdediging uw hof om de processen-verbaal van de terechtzittingen van 12 en 19 december 2003 vóór de terechtzitting van 16 januari 2004 aan de verdediging én de advocaat-generaal ter beschikking te stellen. Indien uw hof hier geen gevolg aan kan of wil geven dan dient de behandeling van de strafzaak tegen cliënt te worden aangehouden. (...)
De advocaat-generaal verklaart - zakelijk weergegeven - als volgt:
Het openbaar ministerie betreurt het ook dat de processen-verbaal van de terechtzittingen van 12 en 19 december 2003 niet tijdig gereed zullen zijn, maar ter terechtzitting van 19 december 2003 is dit al door uw hof aangekondigd. (...)
De voorzitter merkt op dat het niet ongewoon is een strafzaak in één dag af te doen en dat er dan bij het requisitoir en pleidooi evenmin over een proces-verbaal van de terechtzitting kan worden beschikt.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek ter terechtzitting voor beraad in raadkamer.
Na beraad in raadkamer verklaart de voorzitter:
Primair is door de verdediging verzocht om vóór de terechtzitting van 16 januari 2004 de processen-verbaal van de terechtzittingen van 12 en 19 december 2003 aan de verdediging én de advocaat-generaal te doen toekomen. Indien het hof het verzoek niet kan honoreren dient de behandeling van onderhavige strafzaak te worden aangehouden. (...)
Het hof heeft al beslist dat het niet mogelijk is het primaire verzoek in te willigen. De verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] heeft/hebben recht op behandeling van zijn/hun strafza(a)k(en) binnen een redelijke termijn. Een gelijktijdige behandeling van onderhavige strafzaak met die van de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] heeft de sterke voorkeur van het hof. Indien het hof zou beslissen tot aanhouding van de behandeling van onderhavige strafzaak dan zou het hof tevens de aanhouding van de behandeling van de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] gelasten, teneinde de strafzaken gelijktijdig te kunnen afdoen.
Aangezien heden ter terechtzitting niet meer alle raadslieden van de medeverdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aanwezig zijn om hun standpunt kenbaar te maken, wordt de raadsman verzocht desgewenst zijn primaire verzoek ter terechtzitting van 16 januari 2004 te herhalen. (...)"