ECLI:NL:HR:2005:AU8529
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Meerdere verzuimboeten mogelijk bij aanslagen inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen, Ziekenfondswet en WAZ?
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de oplegging van verzuimboeten aan een belastingplichtige voor het jaar 2000. De belanghebbende had gelijktijdig met de vaststelling van een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) een boete van ƒ 2500 opgelegd gekregen wegens het niet-doen van aangifte. Daarnaast was er een boete van ƒ 250 opgelegd voor het niet-doen van aangifte in het kader van de Ziekenfondswet (Zfw). Na bezwaar tegen deze boetebeschikkingen, die door de Inspecteur werden gehandhaafd, is de belanghebbende in beroep gegaan bij het Hof. Het Hof verklaarde de beroepen ongegrond, waarop de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft de beroepen gegrond verklaard en de uitspraken van het Hof vernietigd. De Raad oordeelde dat in gevallen waarin een belastingplichtige gegevens voor meerdere heffingen moet verstrekken op één aangiftebiljet, de sancties voor de verzuimen niet cumulatief mogen worden toegepast. Dit is in lijn met het evenredigheidsbeginsel. De Hoge Raad heeft de zaken verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling, waarbij het Hof de partijen in de gelegenheid moet stellen bijzondere omstandigheden aan te voeren die aanleiding kunnen geven tot een lichtere of zwaardere beboeting.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat de belanghebbende moet vergoeden voor het griffierecht en dat de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten moet worden veroordeeld. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de omstandigheden bij de oplegging van verzuimboeten en de noodzaak om rekening te houden met de samenhang tussen verschillende verzuimen.