ECLI:NL:HR:2005:AU6797
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Uitlevering aan de Verenigde Staten en ne bis in idem-beginsel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten. De zaak betreft een verzoek tot uitlevering van de opgeëiste persoon, die eerder in België was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank te Amsterdam had op 5 augustus 2005 de uitlevering toelaatbaar verklaard, ondanks het verweer van de raadsman dat de uitlevering ontoelaatbaar zou zijn op grond van het ne bis in idem-beginsel. Dit beginsel houdt in dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden vervolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de eerdere veroordeling in België niet in de weg staat aan de uitlevering, omdat de opgeëiste persoon niet had aangetoond dat de Belgische straf al was ondergaan of niet meer ten uitvoer gelegd kon worden. De raadsman had aangevoerd dat er een risico op dubbele vervolging bestond, maar de Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de feiten waarvoor uitlevering werd gevraagd niet overeenkwamen met de feiten waarvoor de opgeëiste persoon in België was veroordeeld. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van de rechtbank, waarmee de uitlevering aan de Verenigde Staten kon doorgaan.