ECLI:NL:HR:2005:AU6050
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Geschil over vrijwaring door brandverzekeraar tegen aanspraak van derde tot kostenvergoeding voor opruimings- en reinigingswerkzaamheden na brand in winkelpand
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. (hierna: ZA) en een derde partij, die aanspraak maakt op kostenvergoeding voor opruimings- en reinigingswerkzaamheden na een brand in een winkelpand. De brand vond plaats op 30 oktober 1999, en de betrokken derde, Reiniging-Reconditionering All-Net B.V., heeft werkzaamheden verricht ter waarde van ƒ 16.089,28. ZA, de brandverzekeraar van de eigenaar van het winkelpand, weigerde uitkering op basis van de polis, stellende dat de brand was veroorzaakt door merkelijke schuld van de verzekerde. De derde partij heeft ZA in vrijwaring gedagvaard, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld voor de kosten die zij heeft gemaakt en voor schade die zij heeft geleden als gevolg van de brand.
De rechtbank heeft de vorderingen van de derde partij afgewezen, maar in hoger beroep heeft het gerechtshof te Arnhem het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof heeft ZA veroordeeld tot vergoeding van 85,56515% van het bedrag dat de derde partij in de hoofdzaak was toegewezen, alsook tot vergoeding van de door de derde partij geleden schade, nader op te maken bij staat. ZA heeft cassatie ingesteld tegen dit eindarrest van het hof.
De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd voor zover het hof ZA had veroordeeld tot vergoeding van de door de derde partij geleden schade, en heeft deze vordering afgewezen. De Hoge Raad oordeelt dat de derde partij, gezien de aard van de vordering, niet de juiste procedure heeft gevolgd. De vordering tot schadevergoeding kan alleen worden ingesteld op basis van wettelijke verplichtingen, en niet op basis van een verzekeringsovereenkomst. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van ZA begroot op € 452,96 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.