ECLI:NL:HR:2005:AU6049
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgeldigheid van intrekking en wijziging van middelen in faillissementszaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een vennootschap onder firma (VOF) tegen een uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De VOF had in het faillissement van A B.V. een vordering van ƒ 75.000,-- ingediend, die door de curator was betwist. Na een verificatievergadering en een rechtsgang bij de rechtbank, waar de vordering werd afgewezen, heeft de VOF hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de vordering tot voeging afgewezen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De VOF heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze arresten van het hof.
Tijdens de cassatieprocedure heeft de VOF een akte aanpassing cassatiedagvaarding ingediend, waarin zij enkele middelen en middelonderdelen introk en verzocht om de resterende middelen op een aangepaste wijze te lezen. De Hoge Raad oordeelt dat de intrekking van de middelen en middelonderdelen geoorloofd is, maar dat de wijziging van de onderdelen 3.4-3.6 niet geoorloofd is. De Hoge Raad benadrukt dat de beoordeling van het cassatieberoep moet plaatsvinden op basis van de niet ingetrokken middelonderdelen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgt deze conclusie. Het beroep wordt verworpen en de VOF wordt in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de curator op nihil worden begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken op 16 december 2005.