ECLI:NL:HR:2005:AU6023
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Beroepschrift tijdig ter post bezorgd? Bewijsoordeel in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 maart 2004, waarin het Hof het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997 ongegrond verklaarde. De Inspecteur had eerder het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag niet-ontvankelijk verklaard, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Belanghebbende stelde dat het beroepschrift tijdig ter post was bezorgd, maar het Hof oordeelde dat er geen bewijs was voor tijdige terpostbezorging, en dat het poststempel niet leidde tot een andere conclusie. In cassatie heeft belanghebbende voor het eerst de stelling ingenomen dat het beroepschrift op de laatste dag van de termijn door de gemachtigde in de brievenbus is gedeponeerd, maar deze stelling werd niet in overweging genomen omdat het een feitelijke kwestie betreft die in cassatie niet kan worden beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de overige klachten van belanghebbende ook niet tot cassatie konden leiden, en verklaarde het beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen.