ECLI:NL:HR:2005:AU4784

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/314HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de verplichting van een (onder)huurder tot exploitatie van een supermarkt in gehuurde bedrijfsruimte

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de eiseres tot cassatie, een supermarkt, en de verweerster in cassatie, Laurus Nederland B.V., over de verplichting van de (onder)huurder om de gehuurde bedrijfsruimte, bestemd voor winkelgebruik, daadwerkelijk te exploiteren. De eiseres heeft Laurus gedagvaard voor de rechtbank te Assen, waar zij schadevergoeding eiste van € 320.000,--, exclusief BTW, en vergoeding van advocaatkosten. De kantonrechter heeft op 18 december 2003 de vorderingen van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, maar Laurus ging in hoger beroep. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft op 14 juli 2004 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vorderingen van de eiseres afgewezen. Hierop heeft de eiseres cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft op 23 december 2005 het beroep in cassatie verworpen. De klachten die door de eiseres in het cassatieberoep zijn aangevoerd, konden niet leiden tot cassatie, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eiseres bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

23 december 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/314HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaten: mrs. H.A. Groen en D. Stoutjesdijk,
t e g e n
LAURUS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M. Ynzonides.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploot van 28 mei 2003 verweerster in cassatie - verder te noemen: Laurus - gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Assen, locatie Meppel, hierna: de kantonrechter, en gevorderd bij vonnis, steeds voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Laurus te veroordelen tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade ten bedrage van € 320.000,--, exclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2003, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
II. Laurus te veroordelen tot vergoeding van de advocaatkosten in beide kort gedingprocedures en in appel als buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 49.034,98, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening of een bedrag als de kantonrechter in goede justitie zal vaststellen, en
III. Laurus te veroordelen in de kosten van dit geding.
Laurus heeft de vorderingen bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 18 december 2003 Laurus veroordeeld tegen bewijs van kwijting aan [eiseres] te voldoen € 320.000,--, exclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 13 februari 2003 tot aan de dag der algehele voldoening, Laurus in de kosten van het geding aan de zijde van [eiseres] veroordeeld, bovenstaande beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen het vonnis van de kantonrechter heeft Laurus hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden en tevens een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis als bedoeld in art. 351 Rv. ingesteld.
[Eiseres] heeft de incidentele vordering bestreden.
Het Hof heeft bij arrest van 3 maart 2004 in het incident de vordering afgewezen en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor voortprocederen.
Bij arrest van 14 juli 2004 heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vorderingen van [eiseres] afgewezen, [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in eerste aanleg, in hoger beroep en in de eigen kosten van het incident, en dit arrest uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het arrest van het hof van 14 juli 2004 is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen laatstvermeld arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Laurus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Laurus mede door mr. F. Damsteegt, beiden advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Laurus begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 december 2005.