ECLI:NL:HR:2005:AU4731
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslagen in de mineralenheffingen en de toepassing van de Meststoffenwet
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op naheffingsaanslagen in de mineralenheffingen voor het jaar 1998. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd door de Inspecteur van het Bureau heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Na bezwaar zijn de aanslagen verminderd, maar belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslagen verder verlaagde. De Inspecteur heeft echter gesteld dat de opslag van mest niet tijdig was aangemeld, wat volgens de Meststoffenwet noodzakelijk is voor een vermindering van de belastbare hoeveelheid mineralen. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, maar deze beslissing is door belanghebbende in cassatie aangevochten.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de Inspecteur terecht geen vermindering heeft toegepast, omdat de aanmelding van de opslag niet had plaatsgevonden. De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht. De naheffingsaanslagen worden verminderd tot respectievelijk ƒ 15.750 voor de fosfaatheffing en ƒ 1744 voor de stikstofheffing. Tevens wordt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2005.