ECLI:NL:HR:2005:AU4622
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil met sociale verhuurder over beëindiging huurovereenkomst en ontruiming
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen eiseres, een huurster, en de stichting Clavis, een sociale verhuurder. De stichting Clavis heeft op 13 maart 2002 eiseres gedagvaard voor de rechtbank te Middelburg, met het verzoek om de beëindiging van de huurovereenkomst betreffende de woonruimte aan de [a-straat 1] te [plaats]. Clavis vorderde dat de rechtbank een tijdstip zou vaststellen waarop de huurovereenkomst zou eindigen, en dat eiseres zou worden veroordeeld om de woonruimte te ontruimen. De kantonrechter heeft op 4 september 2002 een comparitie van partijen gelast en op 13 november 2002 een eindvonnis gewezen, waarin de huurovereenkomst werd beëindigd en eiseres werd veroordeeld tot ontruiming. Eiseres heeft tegen dit eindvonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Het hof heeft op 24 augustus 2004 het eindvonnis van de kantonrechter vernietigd voor zover het de uitvoerbaarverklaring bij voorraad betrof en heeft het tijdstip van ontruiming vastgesteld op één maand na betekening van het vonnis. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft op 11 november 2005 het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor eiseres zijn vastgesteld op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van eiseres niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten.