ECLI:NL:HR:2005:AU4620
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het salaris van de curator in faillissementszaak H.B.T. Holland Biotechnology B.V.
In deze zaak gaat het om de vaststelling van het salaris van de curator in het faillissement van H.B.T. Holland Biotechnology B.V. (HBT). De rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde HBT op 5 januari 1994 in staat van faillissement en benoemde een curator. Op 30 september 1998 werd de verzoeker tot cassatie, de curator, benoemd. De rechtbank had eerder goedkeuring gegeven aan de voorschotdeclaraties van de curator, maar in een brief van 27 februari 2004 werd de curator geïnformeerd dat toekomstige uren voor het bestuderen van het dossier en jurisprudentie niet meer vergoed zouden worden. De rechter-commissaris adviseerde de rechtbank om het salaris van de curator vast te stellen op het bedrag dat tot 1 juli 2003 als voorschot was toegekend. De curator maakte bezwaar tegen dit advies en de rechtbank stelde op 14 januari 2005 het salaris van de curator vast op het eerder toegekende bedrag van € 203.745,10, inclusief omzetbelasting. De curator ging in cassatie tegen deze beschikking. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank voldoende gemotiveerd had gehandeld en dat de door de curator verrichte werkzaamheden niet meer vergoeding rechtvaardigden dan het reeds toegekende voorschot. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van de rechtbank.