ECLI:NL:HR:2005:AU4524

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/262HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over beëindiging huurovereenkomst ambtswoning predikant

In deze zaak gaat het om een huurgeschil betreffende de beëindiging van een huurovereenkomst voor de ambtswoning van een overleden predikant. De eisers, bestaande uit de erfgenamen van de predikant, hebben de kerkelijke gemeente, de Vrije Evangelische Gemeente Zeist (VEG), gedagvaard voor de rechtbank. De eisers vorderden onder andere dat de huurovereenkomst op 7 december 2001 zou zijn geëindigd en dat VEG het woonhuis diende te ontruimen. De rechtbank heeft in haar vonnis van 13 november 2002 geoordeeld dat de huurovereenkomst inderdaad op 7 december 2001 is geëindigd en heeft VEG veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen dertig dagen na betekening van het vonnis. VEG heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 27 mei 2004 het vonnis heeft bekrachtigd. Hierna hebben de eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 11 november 2005 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van VEG op nihil zijn begroot.

Uitspraak

11 november 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/262HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats], Zwitserland,
2. [Eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
3. de gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1],
a. [eiseres 3a],
wonende te [woonplaats],
b. [eiser 3b],
wonende te [woonplaats],
c. [eiser 3c],
wonende te [woonplaats],
d. [eiser 3d],
wonende te [woonplaats],
4. [Eiseres 4],
wonende te [woonplaats],
5. [Eiser 5],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. G.C. Makkink,
t e g e n
het kerkgenootschap DE VRIJE EVANGELISCHE GEMEENTE ZEIST,
gevestigd te Zeist,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder te noemen: [eiser] c.s. - hebben bij exploot van 27 februari 2002 verweer-der in cassatie - verder te noemen: VEG - gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Utrecht, en gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat de tussen partijen bestaande huurovereenkomst op 7 december 2001 is geëindigd althans de tussen partijen bestaande huurovereenkomst op grond van verwijtbare tekortkoming zijdens VEG te ontbinden, althans ontbonden te verklaren, met veroordeling van VEG om voormeld woonhuis met aan- en toebehoren, staande en gelegen te [plaats] aan de [a-straat 1], onmiddellijk te ontruimen en te verlaten met al het hare en de haren althans binnen een termijn als door de kantonrechter in goede justitie zal vermenen te behoren en met overgifte der sleutels geheel ter vrije en onbelemmerde beschikking van [eiser] c.s. te stellen, met machtiging op hen om die ontruiming zonodig zelf te doen ten uitvoer leggen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van VEG;
2a. VEG te veroordelen om aan [eiser] c.s. tegen behoorlijke kwijting te betalen de som van € 9.875,02 voor schadevergoeding verschuldigd tot aan 1 februari 2002, te vermeerderen met de (samengestelde) wettelijke rente vanaf 8 december 2001 althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
2b. alsmede de som van € 544,-- voor rechtskundige bijstand;
2c. alsmede vanaf 1 februari 2002 tot aan de algehele ontruiming een schadevergoeding van € 1.106,08 per maand bij vooruitbetaling verschuldigd, waarbij een gedeelte van een huurtermijn voor een volle wordt gerekend;
3. VEG te veroordelen in alle kosten van het geding waaronder het salaris van de gemachtigde van [eiser] c.s.
VEG heeft de vorderingen bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 13 november 2002:
1. voor recht verklaard dat de huurovereenkomst tussen partijen op 7 december 2001 is geëindigd;
2. VEG veroordeeld om binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis voormeld woonhuis met aan- en toebehoren te [plaats] te ontruimen en te verlaten en met al het hare en de haren en met overgifte der sleutels geheel ter vrije en onbelemmerde beschikking van [eiser] c.s. te stellen, met machtiging van [eiser] c.s. om de ontruiming zonodig zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van VEG;
3. de proceskosten in die zin gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4. dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
5. het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen het vonnis van de kantonrechter hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 27 mei 2004 heeft het hof het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het hoger beroep onderworpen, bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen VEG is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 16 september 2005 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van VEG begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 11 november 2005.