ECLI:NL:HR:2005:AU4524
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over beëindiging huurovereenkomst ambtswoning predikant
In deze zaak gaat het om een huurgeschil betreffende de beëindiging van een huurovereenkomst voor de ambtswoning van een overleden predikant. De eisers, bestaande uit de erfgenamen van de predikant, hebben de kerkelijke gemeente, de Vrije Evangelische Gemeente Zeist (VEG), gedagvaard voor de rechtbank. De eisers vorderden onder andere dat de huurovereenkomst op 7 december 2001 zou zijn geëindigd en dat VEG het woonhuis diende te ontruimen. De rechtbank heeft in haar vonnis van 13 november 2002 geoordeeld dat de huurovereenkomst inderdaad op 7 december 2001 is geëindigd en heeft VEG veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen dertig dagen na betekening van het vonnis. VEG heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 27 mei 2004 het vonnis heeft bekrachtigd. Hierna hebben de eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 11 november 2005 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van VEG op nihil zijn begroot.