ECLI:NL:HR:2005:AU4307
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag grondwaterbelasting en boetebeschikking
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een naheffingsaanslag in de grondwaterbelasting is gehandhaafd. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 maart 2001 tot en met 31 juli 2001 en bedraagt € 44.319, met een boete van € 11.079. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de boete verminderd tot € 4.400, maar de naheffingsaanslag bleef in stand. De belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende gemotiveerd heeft dat het wegpompen van teruggevloeid water, dat in de bouwput is blijven staan, als onttrekking voor de grondwaterbelasting kan worden aangemerkt. Dit oordeel van het Hof is onjuist, omdat het niet in lijn is met de wetgeving omtrent de vrijstelling voor retourbemaling.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof aan de belanghebbende moet worden toegekend. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 14 oktober 2005.