ECLI:NL:HR:2005:AU4128
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Alkmaar inzake mishandeling
Op 4 oktober 2005 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Alkmaar. De aanvrager was op 26 november 2004 veroordeeld voor mishandeling en kreeg een taakstraf van 64 uren, met een voorwaardelijk deel van 32 uren en een proeftijd van twee jaar. Daarnaast was er een betalingsverplichting opgelegd aan de aanvrager ten behoeve van de benadeelde partij, die gedeeltelijk in haar vordering werd toegewezen. De aanvrager verzocht om herziening van dit vonnis, maar de Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage kennelijk ongegrond was.
De Hoge Raad overwoog dat voor een herziening op grond van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering slechts omstandigheden in aanmerking komen die niet tijdens het oorspronkelijke onderzoek aan de orde zijn gekomen en die een ernstig vermoeden wekken dat, indien deze omstandigheden bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage tot herziening geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die aan deze vereisten voldeden.
Daarom heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening afgewezen. Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.