ECLI:NL:HR:2005:AU4127
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake poging tot doodslag en zware mishandeling
In deze zaak gaat het om een aanvrage tot herziening van een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 februari 1997 werd uitgesproken. De aanvrager, geboren in 1967, had eerder een verzoek tot herziening ingediend dat op 6 mei 2003 door de Hoge Raad niet-ontvankelijk was verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de nieuwe aanvrage niet kan worden ontvangen, omdat deze niet steunt op omstandigheden die een ernstig vermoeden wekken zoals bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2º van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening van het arrest van het Hof beoordeeld en komt tot de conclusie dat de aanvrager ter zake van 'poging tot doodslag' en 'poging tot zware mishandeling' niet strafbaar is verklaard en van alle rechtsvervolging is ontslagen. De aanvrage tot herziening is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk, wat betekent dat de aanvrager geen recht heeft op herziening van het eerdere arrest. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken op 4 oktober 2005.