ECLI:NL:HR:2005:AU4124
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Geschil over kinderalimentatie na beëindiging van een affectieve relatie
In deze zaak gaat het om een geschil over kinderalimentatie na de beëindiging van een affectieve relatie tussen de man en de vrouw. De vrouw heeft op 30 juni 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin zij verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun drie minderjarige kinderen. De man heeft het verzoek bestreden en zelf verzocht om de verblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen, en om de kinderalimentatie niet vast te stellen of lager vast te stellen. De rechtbank heeft op 16 maart 2004 de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en de kinderalimentatie vastgesteld op € 243,-- per maand per kind.
De man heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 5 januari 2005 de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en de kinderalimentatie verhoogd naar € 172,-- per kind per maand voor de periode van 1 juni 2003 tot en met 31 december 2003, en naar € 324,-- per kind per maand vanaf 1 januari 2004. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep heeft overschreden door de kinderalimentatie vast te stellen op een hoger bedrag dan de rechtbank had gedaan, zonder dat de vrouw incidenteel hoger beroep had ingesteld. Dit betekent dat de beschikking van het hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.