ECLI:NL:HR:2005:AU4123
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Kinderalimentatie na echtscheiding en onbegrijpelijke motivering in hoger beroep
In deze zaak, die op 9 december 2005 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een geschil over kinderalimentatie na een echtscheiding. De vrouw, verweerster in cassatie, had op 17 juli 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Haarlem om de echtscheiding uit te spreken en om de man, verzoeker tot cassatie, te verplichten tot het betalen van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun twee minderjarige kinderen, alsook een bijdrage in haar levensonderhoud. De rechtbank heeft op 24 februari 2004 de echtscheiding uitgesproken en de alimentatie vastgesteld op € 200,-- per kind per maand en € 200,-- per maand voor de vrouw. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 oktober 2004 de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk heeft vernietigd en de alimentatie voor de kinderen heeft bekrachtigd.
De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, terwijl de vrouw incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof in zijn motivering onbegrijpelijk was geweest, met name met betrekking tot de draagkracht van de man en de kosten die hij maakt voor zijn auto in verband met zijn werk. De Hoge Raad heeft de klachten van de man gegrond verklaard en de beschikking van het hof vernietigd, terwijl het incidentele beroep van de vrouw werd verworpen.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een duidelijke en begrijpelijke motivering in alimentatiezaken, vooral als het gaat om de financiële situatie van de betrokken partijen. De zaak illustreert ook de complexiteit van alimentatiekwesties na een echtscheiding, waarbij de belangen van zowel de kinderen als de ouders zorgvuldig moeten worden afgewogen.