ECLI:NL:HR:2005:AU3940
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling van kapitaalsbelasting bij aandelenfusie en samenstel van rechtshandelingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 oktober 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting die was opgelegd aan X B.V. De naheffingsaanslag, ter hoogte van ƒ 138.447, was door de Inspecteur gehandhaafd na bezwaar van de belanghebbende. X B.V. ging in beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft X B.V. cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof in zijn uitspraak buiten de grenzen van de rechtsstrijd van partijen is getreden. Het Hof had geoordeeld dat niet was aangetoond dat 75 procent van de aandelen in F S.r.l. door C N.V. aan X B.V. was overgedragen. De Hoge Raad oordeelde dat deze overdracht niet in geschil was en dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de vrijstelling van kapitaalsbelasting niet van toepassing was. De Hoge Raad benadrukte dat de vrijstelling ook van toepassing kan zijn bij een samenstel van rechtshandelingen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van rechtsbijstand aan de zijde van X B.V. De uitspraak van de Hoge Raad biedt belangrijke inzichten in de toepassing van de vrijstelling van kapitaalsbelasting in situaties van aandelenfusies en de beoordeling van samenstellingen van rechtshandelingen.