ECLI:NL:HR:2005:AU3876
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzuim in het horen van getuigen in strafzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren op Curaçao, was eerder veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf voor medeplegen van afpersing en het overtreden van de Vuurwapenverordening. De zaak kwam in cassatie omdat de verdachte had verzocht om een getuige te horen, maar het Hof had verzuimd om op dit verzoek uitdrukkelijk te beslissen. De Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van een beslissing op een behoorlijk voorgedragen verzoek van de verdachte om een getuige te horen, in beginsel leidt tot de nietigheid van het onderzoek. Dit is van wezenlijk belang voor een behoorlijke procesorde. De Hoge Raad benadrukte dat de rechter in dergelijke gevallen uitdrukkelijk en gemotiveerd moet beslissen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba voor herbehandeling. De uitspraak onderstreept het belang van het waarborgen van de rechten van de verdediging in strafprocedures, vooral als het gaat om het horen van getuigen die cruciaal kunnen zijn voor de uitkomst van de zaak.