ECLI:NL:HR:2005:AU3470
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Verbeurdverklaring van een auto na snelheidsovertreding onvoldoende gemotiveerd
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1978 en wonende te [woonplaats], was veroordeeld voor een overtreding van artikel 20 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Het Gerechtshof had de verdachte een geldboete van tweehonderd euro opgelegd, subsidiair vier dagen hechtenis, en de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van zes maanden. Daarnaast was de auto van de verdachte verbeurdverklaard. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen deze verbeurdverklaring, waarbij zijn advocaat, mr. R.J.H. Vlecken, een middel van cassatie had voorgesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat de verbeurdverklaring van de auto onvoldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad merkte op dat het Hof niet had toegelicht waarom, gezien de omstandigheden van de zaak en de waarde van de auto van ongeveer €10.000, de verbeurdverklaring gerechtvaardigd was. De Hoge Raad wees erop dat de overtreding van artikel 20 RVV 1990 strafbaar is gesteld met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Dit leidde tot de conclusie dat het Hof de verbeurdverklaring niet naar de eisen van de wet had gemotiveerd.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, waarmee de andere straffen en maatregelen in stand bleven. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de verbeurdverklaring van goederen, vooral in het licht van de waarde van die goederen en de aard van de overtreding.